50 Shades of Rubber
Helm op, vizier dicht, haar recht in de ogen kijkend, loop ik op haar af. Het circuit wacht op ons. De geur van uitlaatgassen en rubber dringt mijn neus binnen. Gezonde spanning golft door mijn lichaam en ik moet me beheersen niet naar haar te rennen. Eenmaal bij haar, plaats ik mijn handen voorzichtig op de zijkant van haar frame en stap behoedzaam in. Langzaam strek ik mijn benen uit terwijl ik naar beneden glijd. Mijn armen buig ik op het laatste moment naar binnen en mijn vingers pakken stevig het stuur vast. Genietend van dit gevoel, laat ik het even tot me doordringen. Met mijn duim druk ik op de startknop op het stuur en met een oorverdovend geluid komt zij tot leven. Na een lichte aarzeling trap ik zachtjes het gaspedaal in, onbekend met haar kracht.
Automatisch versnellend bewegen wij voorwaarts. Dieper word ik in de stoel gedrukt, alsof ze wil dat ik goed ga zitten voor haar schouwspel. Even raak ik afgeleid door de plotselinge snelheid die ze onverwacht ontwikkelt, waardoor ik bijna de eerste bocht mis. Een dame met gebruiksaanwijzing. Snel herpak ik mezelf en concentreer me beter op deze furie. Door korte bewegingen naar links en rechts, test ik nu haar reacties uit. Voor haar is deze test kinderspel en ze reageert dan ook direct.
Na de tweede bocht durf ik het gas wat dieper in te trappen en ze lanceert vooruit als een merrie die sporen in haar flanken gedrukt krijgt. Doordat ik zo laag bij de grond zit, lijkt de omgeving nog sneller langs ons heen te flitsen. Met 120 km per uur neem ik de derde bocht, maar ze lijkt nog steeds niet onder de indruk. We bereiken het lange rechte stuk van het circuit waar zij al haar capaciteiten ten toon wil spreiden. Ik houd haar niet tegen. Wat een enorme kracht bezit ze in haar zesde versnelling, terwijl we met 250 km doorrazen. Harder durf ik eigenlijk niet en zij lacht me uit. Alleen wij zijn in beweging, de rest van de wereld om ons heen lijkt stil te staan. De krachten op mijn lichaam benemen haast mijn adem, maar de adrenaline houdt me alert. Net op het moment dat we zouden willen opstijgen, moet ik haar afremmen om de volgende bocht te nemen en we zijn allebei teleurgesteld. Ze schakelt stroef terug en ik buig ruim en langzaam, bijna als een verontschuldiging, de bocht in over de hobbelige stenen. Mokkend geeft ze toe.
Het stuur trilt in mijn handen of trillen mijn handen om haar stuur?
Voorgedragen in Literair Cafe Tsjechov
Anne M. Jonker, februari 2013